Het is een mythe dat broodschrijvers altijd foutloze manuscripten afleveren; integendeel. Zelfs als ze beroepsmatig ‘rotzooien’ met woorden, om Karel Appel te parafraseren: er sluipen altijd wel type-, spelling- en grammaticafouten in hun werk. Dit zijn foutjes die ze, ook bij het nalopen van hun werk, over het hoofd zien. Het komt zelfs voor dat schrijvers, bij het herhaaldelijk nalopen van hetzelfde werk, over dezelfde fouten, typfouten of onafgemaakte woorden heen lezen. Dit overkomt mij regelmatig.
De meeste schrijvers zijn geen neerlandici, maar storytellers; zij zijn mensen die hun gedachten toevertrouwen aan geschreven tekst. Intelligentie speelt niet altijd een rol, zoals blijkt uit de epistels die studenten produceren. Een studie uit 2016 liet zien dat studenten gemiddeld 40 fouten per A4 maken, en het is onwaarschijnlijk dat dit drastisch verbeterd is.