Hoe woordgebruik psychologische effecten oproept
In het dagelijks leven onderschat je misschien wel eens de invloed van taal op je psyche. De woorden die je gebruikt, of ze nu positief of negatief zijn, hebben een diepgaand effect op jou en anderen om je heen. In dit artikel zal ik je laten zien hoe goed en verkeerd taal- en woordgebruik psychologische effecten kunnen veroorzaken en enkele voorbeelden hiervan geven.
Wees hard voor de materie, zacht voor de mens
Laat ik beginnen met het positieve taalgebruik. Het gebruik van opbouwende en bemoedigende woorden kan een gevoel van zelfvertrouwen en eigenwaarde creëren. Wanneer je tegen jezelf of anderen zegt: “Je bent geweldig!”, “Je kunt het!”, of “Ik geloof in je!”, dan motiveert dit en versterkt het de innerlijke overtuiging om uitdagingen aan te gaan en doelen te bereiken. Als mensen om je heen positieve taal gebruiken, voel je je gewaardeerd en gesteund, wat een gevoel van verbondenheid en positiviteit bevordert.
Voorbeeld positief taalgebruik
Stel je voor dat je een teamleider bent en je wilt je team aanmoedigen om een moeilijk project aan te pakken. Door positieve woorden en zinnen te gebruiken, zoals “Ik geloof dat jullie samen deze uitdaging kunnen overwinnen” in plaats van “Dit is te moeilijk, we gaan het nooit redden”, zal je team zich meer gemotiveerd en capabel voelen. Positieve taal stimuleert een groeiend zelfvertrouwen en kan de prestaties op de lange termijn verbeteren.
Voorbeeld verkeerd taalgebruik
Aan de andere kant heeft verkeerd taalgebruik een negatieve impact op je psyche. Het gebruik van denigrerende woorden of beledigende taal kan leiden tot gevoelens van vernedering, woede en verdriet. Wanneer anderen je kleineren met woorden als “dom”, “waardeloos” of “nutteloos”, kan dit je zelfbeeld beschadigen en een gevoel van hopeloosheid creëren. Hetzelfde is het geval als je iets in onpersoonlijke bewoordingen doet. Dit komt frequent voor en roept gevoelens op van onder andere ongeïnteresseerdheid, frustratie, ergernis en soms zelfs kwaadheid. Deze vorm van informatieoverdracht komt opvallend veel voor bij grote bedrijven en ambtelijke instellingen zoals de belastingdienst, het UWV (Pas weer negatief in beeld over de schending van de privacy van klanten.) en zorgverzekeraars, waarover mijn vorige bijdrage ging.
Een voorbeeld van verkeerd taalgebruik is veel te vinden in online interacties. Stel je voor dat je een bericht leest waarin je persoonlijk wordt aangevallen en beschimpt door een onbekende gebruiker op sociale media. Zelfs als je weet dat de woorden van een vreemdeling afkomstig zijn, kunnen ze nog steeds pijnlijk zijn en je humeur en zelfvertrouwen beïnvloeden. Je kunt je soms zelfs daardoor angstig voelen. Verkeerd taalgebruik kan leiden tot mentale stress en kan zelfs bijdragen aan gevoelens van isolatie en depressie.
Bewustwording op ‘werkvloer’
Het is belangrijk om je bewust te zijn van de kracht van taal en de effecten ervan op jou en anderen. Als je de neiging hebt om negatieve woorden te gebruiken, probeer dan bewust te verschuiven naar positiever taalgebruik. Je bewust worden van de effecten die je oproept is het begin van een veranderingsproces! Zowel voor jezelf als voor anderen kan dit een groot verschil maken in het creëren van een gezondere en positievere omgeving.
Niveau B1 heeft niets te maken met emoties
Het is waar dat ambtenaren vaak op B1-niveau schrijven om hun boodschappen voor een breed publiek duidelijk en begrijpelijk te maken. Daar is op zich niets mis mee maar dat wil nog niet zeggen dat die boodschappen rekening houden met de situatie van de ontvanger. Vak ontbreekt het aan empathische en persoonlijke bewoordingen en dat roept dan frustraties of boosheid op. Kortom, niveau B1 heeft niets te maken met emoties; de overgrote drijfveer van ons bestaan!
Het is beslist mogelijk om empathischer, persoonlijker en meer op de situatie van de ontvanger gericht te schrijven, zelfs op B1-niveau. Hier zijn enkele tips om je woordgebruik op een meer empathische en ontvanger gerichte manier te verbeteren:
Tip 1:
Stop eens een keer met een aanhef “Geachte heer/mevrouw.’ Het is een kleine moeite om te weten naar wie je een boodschap stuurt. De genoemde opening getuigt van luiheid als die moeite niet wordt genomen. Als je een voornaam weet, gebruik die dan om het bericht persoonlijker te maken. Zelf maak ik gebruik van openingen die slaan op het tijdstip dat ik een bericht schrijf. “Goedemorgen (voornaam) of mevrouw of mijnheer Van Hepscheuten,”
Tip 2:
In plaats van het gebruik van afstandelijke en formele taal, zoals “de ontvanger wordt verzocht” of “men dient in acht te nemen”, kun je de ontvanger direct aanspreken met “u” of “jij”. Dit zorgt voor een persoonlijkere en vriendelijkere toon, waardoor de ontvanger zich meer betrokken voelt.
Tip 3:
Toon begrip voor de situatie van de ontvanger door empathische zinnen toe te voegen, zoals “We begrijpen dat dit een uitdagende tijd voor u kan zijn” of “We realiseren ons dat deze kwestie belangrijk voor u is”. Hiermee laat je zien dat je de gevoelens en behoeften van de ontvanger serieus neemt. Ook als je een negatieve beslissing moet overbrengen kun je altijd nog schrijven: “U zult van deze mededeling niet vrolijk” of iets in die geest. Je geeft daarmee aan dat je begrijpt dat mensen hierdoor emotioneel getroffen worden.
Tip 4:
Houd de taal B1-eenvoudig en vermijd jargon en complexe woorden of afkortingen die de ontvanger mogelijk niet begrijpt. Je wilt immers geen sticker op je retour gezoden brief zien waarop staat dat er niet wordt begrepen waar je het over hebt. Maak dus de communicatie toegankelijker waardoor de ontvanger zich minder overweldigd voelt.
Tip 5:
Formuleer zinnen in de actieve vorm en gebruik positieve taal om de boodschap op een constructieve manier over te brengen. Bijvoorbeeld, in plaats van te zeggen “dit kan niet worden gedaan”, kan je zeggen “we kijken direct hoe we dit kunnen aanpakken”.
Tip 6:
Probeer zo transparant mogelijk te zijn over het doel en de bedoeling van je boodschap. Wees eerlijk over mogelijke beperkingen of uitdagingen, maar bied ook mogelijke oplossingen of alternatieven aan.
Tip 7:
Sluit af met een vriendelijke groet: Eindig de boodschap met een vriendelijke groet, zoals “Met vriendelijke groet” of “We kijken uit naar uw reactie”. Durf eens te experimenteren met andere persoonlijke en vriendelijke slotzinnen. Ik gebruik ook wel eens een slotzin als deze, na een hete zomerdag: ‘Met schuwzoekende groet van’. Dit laat zien dat je openstaat voor verdere communicatie en bereid bent om verder te helpen indien nodig. Neem de genoemde zinnen nu niet letterlijk over, want je wilt voorkomen dat iemand zegt: ‘Wat schrijf je gek. Ben je bij Phil Kleingeld op cursus geweest?”
Door de genoemde tips toe te passen, word je woordgebruik empathischer, persoonlijker en meer op de situatie van de ontvanger gericht, zonder af te wijken van het begrijpelijke B1-niveau. Dit zal de communicatie effectiever maken en het gevoel van vertrouwen en betrokkenheid bij de ontvanger versterken.
Bedenk, wie (goed) schrijft, blijft!