Het Nederlands is, net als andere talen, onderhevig aan veranderingen. De woorden die we gebruiken, zinsconstructies, invloeden van andere talen zoals het Engels, de veranderingen qua uitspraak, spelling, grammatica en ga zo nog maar even door. Dan praten we nog niet eens over straattaal.
Een opvallende verandering in ons taalgebruik is de opkomst van het Engels. We gebruiken elke dag steeds vaker Engelse woorden en uitdrukkingen; zeker als je kijkt naar reclame-uitingen en in zakelijke communicatie. ‘We all benefit’ schijnt duidelijker of pakkender te zijn dan ‘We hebben er allemaal voordeel van’. De verengelsing van onze taal is waarschijnlijk te danken aan de internationalisering van de samenleving en de toenemende globalisering van de economie. Het Engels wordt gezien als de taal van het bedrijfsleven en de wetenschap, en Nederlanders willen graag meegaan met deze ontwikkeling. Dat zien we o.a. terug in het onderwijs waar in toenemende mate les wordt gegeven in twee talen. Zelf ben ik een verklaard tegenstander van het overmatige gebruik van Engels in onze taal. ‘Praat en schrijf je moerstaal!’ wil ik er nog wel eens uitflappen.
IKEA-taal
Een andere verandering in het Nederlands is de toename van IKEA-taal waarbij iedereen met ‘je’ wordt aangesproken of het scherpere ‘jij’ en ‘jou’. ‘U’ wordt’ als ouderwets gezien. Niet iedereen is blij met deze trend. Het zijn meestal op leeftijd, met een titel of een bepaalde functie die aan ‘u’ de voorkeur geven. Ook ik heb de transitie van ‘u’ naar ‘je’ doorgemaakt en vind het belachelijk om een jongen of meisje van 18 jaar met ‘u’ aan te spreken. Omdat leden van het koninklijke huis met een gouden kroontje zijn geboren, verandert daaraan voor mij niets. Jongeren gebruiken steeds vaker informele taal en straattaal. Best leuk als dat bij spreektaal blijft, maar als ik lees dat ze het over ‘me vader’ en ‘me zus’ hebben, dan krijg ik kromme tenen. Ik heb wel even moeten wennen aan aanduidingen als ‘vet, vet cool, chillen, swag, doekoe, fissa, wollah, gappie, mattie, pokoe of bazen’, maar nu ik begrijp wat ze hiermee bedoelen, vind ik het wel grappig.
Emoticons? Nee hè!
De opkomst van digitale communicatie heeft ook veel invloed op ons taalgebruik. Los van de vele afkortingen die in de schrijf- en spreektaal worden gebruikt, worden nu teksten door sommigen ruimhartig (lekker oubollig woord) voorzien van emoticons en smileys. Je komt het tegenwoordig steeds vaker tegen; zelfs in zakelijke e-mails. Ik heb er zelf een poosje gebruik van gemaakt in Linkedin-berichten, maar ben ervan afgestapt omdat dit zakelijk geen toegevoegde waarde heeft. Gelukkig kom ik ze nog niet in boeken en analoge en digitale krantenberichten tegen, maar misschien is het een kwestie van tijd.
Taalvouten
Ook worden er steeds vaker taalfouten gemaakt, bijvoorbeeld door het gebruik van autocorrectie of door het snel typen van berichten op een mobieltje. Dit laatste probleem herken ik omdat mijn worstenvingers te dik zijn om de kleine toetsen correct aan te raken. Deze veranderingen hebben geleid tot nieuwe taalvarianten en een nieuwe manier van communiceren. Taalfouten kunnen ook een lachwekkend effect hebben. Steeds vaker zie je daarvan voorbeelden op sociale media die op je lachspieren werken. Maar, volg toch maar even de tips om je teksten daarop te controleren.
Oubollig taalgebruik
Je hebt vast wel eens een brief van je gemeente of andere overheidsinstelling ontvangen. De goeden niet te na gesproken, bestaat het ambtelijke taalgebruik uit oubollige woorden, te lange zinnen, vakchinees. Maar de medewerkers van ondernemingen kunnen er ook wat van. Kijk maar eens naar deze zinnetjes: ‘Naar aanleiding van uw geëerde schrijven’ en ‘Verblijven wij met de meeste hoogachting’ zijn veel voorkomende begin en slotzinnen. De oubolligheid druipt ervan af!
Genderneutraal?
Ook is er steeds meer aandacht voor genderneutraal taalgebruik, waarbij er geen onderscheid wordt gemaakt tussen mannelijke en vrouwelijke vormen. Dit komt voort uit de groeiende aandacht voor gendergelijkheid en inclusiviteit (Ook weer zo’n woord dat in zwang komt!) in de samenleving. Ook op dit vlak betrap ik mijzelf erop soms genderneutraal te schrijven maar ben daar voor het (spook)schrijven van boeken van afgestapt.
Het is belangrijk dat we ons bewust zijn van de veranderingen in het taalgebruik en we openstaan voor nieuwe taalvarianten en communicatiemiddelen. Dat betekent niet dat we maar moeten vergeten om kritisch te blijven kijken naar de gevolgen daarvan zoals jouw blogs, artikelen, zakelijke communicatie of de boeken die je wilt schrijven. Overweeg eens om de volgende tips toe te passen:
Tip 1
Gebruik de woorden die het dichtst bij je staan. Denk even aan het gebruik van de aanspreekvorm ‘u’ als je voor een bepaalde doelgroep schrijft waarvan je vermoedt dat die dat op prijsstellen, maar schrijf geen ‘U’! Deze hoofdletter schijnt opgeëist te zijn door de majesteit en opperwezens. Omdat ik betwijfel dat je hen regelmatig aan- of toespreekt, zal het met het gebruik daarvan dus wel meevallen.
Tip 2
Bedenk dat het gebruik van ‘je’ minder confronterend overkomt dan ‘jij’. Controleer je bijdrage op het consequent gebruik daarvan.
Tip 3
Kijk eens of je in onze rijke taal mooie en pakkende alternatieven kunt bedenken voor Engelse woorden of uitdrukkingen.
Tip 4
Schrijven in de ‘ik-vorm’ is het gemakkelijkst. Het heeft bovendien als voordeel dat je je publiek direct aanspreekt en zij zich ook direct aangesproken voelen. Je trekt ze daarmee in je verhaal.
Tip 5
Een potentieel negatief effect van genderneutraal taalgebruik in je boek is, dat je taalgebruik minder natuurlijk klinkt en het de lezer kan afleiden. Het kan ook een probleem opleveren als je lezers niet bekend zijn met genderneutraal taalgebruik. Daardoor begrijpen ze misschien niet wat je precies bedoelt. Bovendien kan het overmatig gebruik daarvan in sommige gevallen de taal onnodig ingewikkeld maken en daarmee afbreuk doen aan het leesgemak.
Tip 6
Aarzel niet om nieuwe woorden te gebruiken. Je mag ze echt zelf verzinnen! Kijk maar eens naar woorden die nog niet zolang geleden in de Dikke van Dale werden opgenomen zoals ‘doemdenken’, ‘vlogger’, ‘coronascepticus’, ‘wappie’, ‘long covid’, ‘vaccinatiepaspoort’ en ‘klimaatadaptatie’. Leef je maar eens uit! Je draagt daarmee bij aan het verrijken van onze taal.
Tip 7
Controleer de leesbaarheid van tekst niet alleen met de spellingscontrole want die klopt niet altijd.
Schakel de voorleesfunctie van je tekstverwerker maar eens in. Dan hoor je waar verbeteringen mogelijk zijn, ook al is de intonatie daarvan nog niet optimaal. Pas op met het gebruik van stopwoorden en schrap tekst waar je kan.
Veel schrijfplezier!